De Protestantse Kerk in Nederland te Ommen, Vinkenbuurt en Witharen gebruiken tijdens hun diensten het nieuwe liedboek. De orde van diensten en of liturgieën die naar ons zijn opgestuurd kunt u uitprinten via het afdrukicoontje met tekst. Deze staat boven in het document. Wanneer wij een PDF bestand hebben geplaatst kunt u deze uitprinten via dit bestand. Graag deze vóór vrijdag 20.30 uur vooraf gaande aan de eredienst aanleveren. Wij wensen u goede diensten.
Psalm of lied?
In het nieuwe liedboek wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen psalmen en gezangen. De liederen zijn doorgenummerd van 1 tot 1016 met geregeld varianten die met letters worden aangegeven. Dit betekent niet, dat de psalmen afgeschaft zijn. De nummers 1 tot en met 150 geven de psalmen in de berijming van 1967 die ook in het oude liedboek stonden. Er zijn ook varianten, zoals 23a en 23b die we vroeger kenden als gezang 13 (D’almachtige is mijn herder en geleide) en als gezang 14 (De Heer is mijn herder). Dat zijn liederen die gebaseerd zijn op de tekst van psalm 23 (Ik wil van God als van mijn herder spreken). Vaak wordt in zulke liederen die op psalmen zijn gebaseerd de psalmtekst geïnterpreteerd en toegepast op de boodschap van het evangelie.
De oorspronkelijke psalmteksten zijn gemeenschappelijk bezit van de christelijke kerken en het joodse volk. Door in onze diensten psalmen te zingen brengen we onze verbondenheid met het volk Israël tot uitdrukking. De psalmen vormen daarmee de verbinding tussen het oude en het nieuwe testament. Jezus en de apostelen gebruikten de psalmen herhaaldelijk in hun verkondiging en dat doen de pastores in onze tijd nog steeds, uit welke kerk ze ook afkomstig zijn.
Het is niet de bedoeling van de opstellers van het liedboek, dat we de benaming ‘psalm’ loslaten. De eerste rubriek in het liedboek heeft als titel ‘PSALMEN’ en boven de nummers 1-150 staat als ondertitel ‘Psalm’ gevolgd door het nummer. Bij de nummers die gevolgd worden door een letter staan andere ondertitels. Het is geen wet, maar het ligt voor de hand dat we blijven spreken van (bijvoorbeeld) ‘psalm 23’ terwijl daarnaast gesproken kan worden van ‘lied 23a’. Degene die het lied aankondigt (de voorganger, de ouderling van dienst, de voorlezer) kan de woorden zelf kiezen. Wel is het streven, dat het beamerbeeld die keuze volgt.
Frans Dijkstra (namens Kleine Kerkeraad en Taakgroep Eredienst)