Periode
|
Kleur
|
Toelichting
|
Advent
|
|
Paars. Soberheid, inkeer, verootmoediging en wanhoop. De kleur is een teken van rouw en boete. Eerst werd paars alleen gebruikt in de veertigdagentijd later ook in de Adventstijd.
|
Kerst tot en met de zondag na Epifanie (Driekoningen; 6 jan)
|
|
Wit. Nieuw leven, feest, zuiverheid. Gebruikt op de feesten die te maken hebben met nieuwheid en verlossing. Kerst en Pasen.
|
2e Zondag na Driekoningen tot de veertigdagentijd
|
|
Groen is de kleur van de hoop ; de groei van het leven dat God schenkt
|
De zes zondagen voor Pasen (vanaf Aswoensdag)
|
|
Paars. Soberheid, inkeer, verootmoediging en wanhoop. De kleur is een teken van rouw en boete.
|
Witte Donderdag
|
|
Wit
|
Goede vrijdag
|
|
Zwart of geen antependium
|
Paasnacht Stille Zaterdagavond
|
|
Wit is de kleur van nieuw leven, Opstanding en van het feest
|
Pasen
|
|
Wit
|
Van Pasen tot Pinksteren
|
|
Wit
|
Pinksteren
|
|
Rood hoort bij het vuur van de geest. Het is de kleur van Pinksteren en sommige heilige feesten.
|
Vanaf de 1e zondag na Pinksteren tot laatste zondag v. h. kerkelijk jaar
|
|
Groen
|
Laatste zondag v.h. kerkelijk jaar
|
|
Wit
|